Terug naar overzicht
± min

Reactie Whiplash Stichting op proefschrift Buitenhuis:

Whiplash Stichting Nederland - 03-06-2009.

Reactie Whiplash Stichting Nederland naar aanleiding van het Persbericht Rijksuniversiteit Groningen / nummer 80 / 26 mei 2009

Een overbodig proefschrift over whiplash

Bij het Persbericht Rijksuniversiteit Groningen / nummer 80 / 26 mei 2009 kunnen nogal wat kantekeningen gemaakt worden. Het persbericht geeft in journalistieke termen een samenvatting van een proefschrift over whiplash, getiteld ´The Course of whiplash. Its psychological Determinants and Consequences for Work Disability`, door J. Buitenhuis . Auteur van het proefschrift is een medisch adviseur van een verzekeringsmaatschappij.

Hij is mede verantwoordelijk voor de CBO-richtlijn ´Diagnostiek en Behandeling van mensen met Whiplash Associated Disorder I/II`. Het is algemeen bekend dat die richtlijn de slechtste is die het CBO ooit heeft uitgegeven. Eveneens is algemeen bekend dat medisch adviseurs van verzekeraars ten onrechte de neiging hebben het klachtenpatroon van de whiplash-patient af te doen als een uitsluitend psychogeen syndroom, hetgeen in tegenspraak is met de huidige medisch-wetenschappelijke literatuur.

Bovendien wordt door de medisch adviseur veel psychische intimidatie uitgeoefend op het letselschade-slachtoffer tijdens de gewoonlijk lang durende letselschade-procedures (2 ? 10 jaar), waardoor het slachtoffer mentaal kan decompenseren. Als de whiplash-patient daardoor in een toestand van angst, depressie, catastrofaal denken en onvoldoende coping geraakt, en geen uitweg meer ziet, dan is de medisch adviseur er als de kippen bij om de chroniciteit van de aandoening whiplash toe te schrijven aan deze psychogene factoren.

Gemakshalve worden aanwezige lichamelijke klachten niet erkend of sterk gebagatelliseerd. Bovendien wordt de relatie tussen de klachten en het oorspronkelijke whiplash-trauma domweg ontkend of ´vergeten`. Het doel van dit stigmatiseren van whiplash-patienten is het verlagen van de uitkering door de verzekeraar. In feite zegt de medisch adviseur dat iedere whiplash-patient een malinger is ! Het zal duidelijk zijn dat de auteur van het proefschrift enige vooringenomenheid ten aanzien van de aandoening whiplash niet ontzegd kan worden.

Het genoemde Persbericht moet dan ook gelezen worden in het licht van bovenstaande feiten. Dat het gebruik van het begrip ´whiplash` tot meer gezondheidsklachten zou leiden, zoals in het Persbericht staat vermeld, is een uiterst suggestieve conclusie van het proefschrift. Het suggereert dat de whiplash-patient het aantal gezondheidsklachten (worden hier wellicht uitsluitend psychische klachten bedoeld ?) bewust of onbewust majoreert, met andere woorden de whiplash-patient malingert !

Aangezien verzekeraars er van uitgaan dat whiplash-patienten altijd malingeren, past voornoemde conclusie van het proefschrift precies binnen het raam van de vooringenomen verwachting van de verzekeraar. Gemakshalve wordt bij deze conclusie niet vermeld hoeveel van de geënquêteerde whiplash-patienten psychisch gedecompenseerd zijn door onheuse benadering van medische adviseurs en verzekeraars.

Wellicht is niet het begrip ´whiplash` verantwoordelijk voor de toename van gezondheidsklachten, maar meer de onheuse benadering van de whiplash-patient, die tot extra psychische schade leidt. Daarnaast moet men zich realiseren dat de conclusie van het proefschrift uitsluitend geldt voor de onderzochte groep patienten die een letselschade-procedure bij de werkgever van de auteur van het proefschrift hebben/ hadden lopen. De conclusie geldt dus zeker niet voor alle whiplash-patienten. Het voorstel om de term ´whiplash` niet meer te gebruiken zonder hiervoor een internationaal aanvaardbare alternatieve term aan te bieden, is niet zinvol.

De auteur van het proefschrift is een exponent van de groep medische adviseurs die stellen dat whiplash een uitsluitend psychogeen syndroom is. Hij heeft in zijn proefschrift immers alleen de invloed van psychische factoren op het beloop van de klachten onderzocht, maar stelt ook dat voor de chronische klachten van whiplash-patienten per definitie geen fysieke oorzaak en geen lichamelijk letsel wordt gevonden.

Dit laatste is aperte onzin en wordt ook krachtig tegengesproken in de recente medisch-wetenschappelijke literatuur met een scala van objectiveerbare afwijkingen bij chronische whiplash-patienten, namelijk: beperkingen van de bewegingsuitslagen van de halswervelkolom, beperkingen van de isometrische spierkracht in hals-nek-arm-gebied, electromyografische afwijkingen van hals-nek-arm spieren, afwijkingen van de oogvolg-bewegingen, afwijkingen van de oog-hals reflex, verlaging van pijndrempels en centrale sensitizatie voor pijn, ligament letsels en ernstige instabiliteit in het bovenste deel van de halswervelkolom, aanwezigheid van pijnlijke trigger points, afwijkingen aan facetgewrichten, aanwezigheid van vettige degeneratie van diepe nekspieren, aanwezigheid van een Chiari malformatie (uitzakken van deel van kleine hersenen door achterhoofdsgat).

Dus, vrijwel alle onderdelen van het hals-nek-gebied kunnen door een whiplash-mechanisme geledeerd worden. De daaruit volgende klachten worden helaas door medische adviseurs van verzekeraars niet nader onderzocht, maar afgedaan als somatoforme (ontstaan door psychische stoornis) klachten.

Dergelijke klachten behoeven niet nader onderzocht te worden, aldus de medische adviseur, want de conventionele onderzoekstechnieken laten bij whiplash geen afwijkingen zien. En als er geen zichtbare afwijkingen zijn, heeft de patient geen lichamelijk letsel, en moeten zijn klachten wel van psychische aard zijn. Door deze kortzichtige redenering krijgt de chronische whiplash-patient niet het juiste medische onderzoek waarop hij recht heeft !

De medische adviseur weigert immers het feit te accepteren dat bij chronische whiplash-patienten lichamelijke letsels kunnen bestaan die gerelateerd zijn aan het whiplash-mechanisme. Dus, er bestaat in Nederland een hoogst merkwaardige en ongewenste controverse tussen artsen die whiplash als een overwegend somatische ziekte-entiteit erkennen (ook al zijn nog niet alle ins and outs van de aandoening whiplash bekend) en artsen die tegen beter weten in blijven insisteren op een uitsluitend psychogene genese van de aandoening whiplash.

Op basis van het Groninger Persbericht kan niet gesteld worden dat de inhoud van dit proefschrift een zinvolle bijdrage levert aan een beter inzicht in de aandoening whiplash. Integendeel, onder het mom van een academische studie maakt de auteur van het proefschrift de bestaande controverse over de aandoening whiplash alleen maar groter. Zeer spijtig dat het Universitair Medisch Centrum Groningen zich voor dit soort onderzoek leent !

Dr L.M.G. Geeraedts arts, neurowetenschapper (n.p.)

Bestuurslid Whiplash Stichting Nederland

27 mei 2009